Zoeken
'Hoe kwam ik de journalistiek in? Ik had geen idee'
Vorige week tekende journalist Thijs Broekkamp (1993) op de uitgeverij een boekcontract. Begin mei vertrekt hij naar Kirgizië om daar onderzoek te doen voor zijn boek over identiteitsvorming bij de post-sovjetgeneratie van Centraal-Azië. Een mooi moment om hem alvast even aan de tand te voelen over zijn werkwijze en project.

'Hoe kwam ik de journalistiek in? Ik had geen idee'

Gepubliceerd op 11 april, 2023 om 12:00, aangepast op 11 april, 2023 om 16:51

[De telefoon gaat over]

Ha Thijs, goede Pasen gehad?

‘Ja, wel prima. Nou ja, ik doe er eigenlijk nooit zoveel aan.’

Klinkt bekend. Oké, goed. Naar de journalistiek. Centraal-Azië is niet bepaald een voor de hand liggende regio voor een journalist. Hoe is dat gebied op je pad gekomen?

‘Dat gebeurde in 2018. Ik werkte op dat moment voor een kantoor in de toerismesector. Al heel lang had ik een passie voor fotografie, en interesse in schrijven, maar op een of andere manier had ik de journalistiek tot dat moment nooit als carrièrepad overwogen. Ik ging voor iets ‘normaals’. Maar ik werd er ongelukkig van. Ik besloot alsnog de sprong te wagen en nam afscheid van het kantoor.

‘Hoe kwam ik de journalistiek in? Ik had geen idee. Moest ik ergens stage gaan lopen, nog een studie doen? Ik wist niet of dat me zou lukken. Dus toen dacht ik: ik moet een of ander opzienbarend project gaan doen om op te vallen. Mijn blik viel al snel op Centraal-Azië, een regio waar ik altijd al gefascineerd door was. Je hoort er in de Westerse media bijna nooit over, het is een soort vergeten hoek van de wereldkaart. Het leek me een mooie uitdaging om daar dan juist heen te gaan. Ik ben toen met twee vrienden drie maanden door Centraal-Azië gaan reizen, we begonnen in Tadzjikistan.’

Hoe ging dat in die eerste jaren als journalist, kreeg je je verhalen en reportages gemakkelijk gepubliceerd?

‘Nee, dat lukte eigenlijk niet zo goed. Geen enkel Nederlands medium wilde toen iets van mij publiceren over Centraal-Azië. Zo nu en dan lukte het wel bij CNN en Lonely Planet, maar dat was lang niet genoeg om het balletje te laten rollen. Dus op een gegeven moment ging ik maar weer terug naar Nederland, waar ik weer in loondienst ging om rond te komen. Daarnaast bleef ik het in de journalistiek proberen als freelancer, wat lastig bleef.’

En toen kwam het succes ineens wél. In 2021 won je vanuit het niets een Tegel met je radiodocumentaire ‘Jezidi-getuigenissen ongehoord’. Hoe is dat gegaan?

'Tijdens het eerste corona-jaar heb ik bij het Open Eyes Institute een masterclass onderzoeksjournalistiek gedaan. Daar moesten we op een gegeven moment ideeën pitchen voor media. Zo raakte ik in contact met iemand van Argos. Ik ben daar heengegaan en legde mijn ideeën op tafel. Ze waren enthousiast maar zagen te weinig op mijn cv staan. Uiteindelijk zeiden ze: oké, we nemen de gok. Ik mocht naar Irak.

‘Toen heb ik een radioreportage gemaakt over de Jezidi’s, de Koerdische minderheid die in 2014 en 2015 gruwelijk werd aangevallen door Islamitische Staat. Een senior-journalist van Argos hielp mee met de productie van de documentaire, waardoor deze uiteindelijk heel goed werd. Maar ik had nooit gedacht dat ik er een Tegel mee zou winnen.’

Met wat voor soort onderwerpen ga je het liefst aan de slag?

‘Ik houd wel van zware onderwerpen, zoals oorlog, maar dan voorbij de frontlinies. Ik hoef niet per se naar gebieden waar actieve gevechten plaatsvinden. Ik vind het interessanter om er later heen te gaan, als de gevechten zijn afgelopen. Dan begint de ellende namelijk voor veel mensen pas. Zo heb ik Mosul in Irak drie jaar na de oorlog opgezocht om te kijken hoe het er nu ging.

‘Ik probeer altijd veel hoop in mijn verhalen te leggen. Al merk ik dat dat best moeilijk is. Ik had een serie gemaakt met mooie foto’s en hoopvolle verhalen uit Afghanistan. Daar zat dus blijkbaar geen enkel medium op te wachten. Het strookte niet met het heersende beeld van explosies en ander leed. Dat vind ik erg moeilijk. Ik zie het juist als mijn missie om bestaande beelden en aannames om te buigen, omdat ze vaak niet overeenkomen met de werkelijkheid.'

Kun je iets vertellen over je huidige plan? Waar gaat je boek over?

‘Volgende maand vertrek ik naar Bishkek, de hoofdstad van Kirgizië, een heel prettige stad vanwege een fijne mix van Oost en West. Vanuit daar ga ik onderzoek doen naar de post-sovjetgeneraties van Centraal-Azië. Hoe zij met de dreiging van Rusland en de opkomst van China omgaan, maar ook hoe zij nu pas de mogelijkheid hebben om echt hun eigen identiteit op te bouwen.

‘De Centraal-Aziatische landen belandden na de val van de Sovjet-Unie in een chaos. Iedereen was bezig met overleven: geld verdienen om eten te kunnen kopen. Er was weinig aandacht voor cultuur en identiteit. Sinds tien jaar is er meer rust gekomen en daarom ook meer bewustzijn rondom de eigen identiteit. Jongere generaties zijn daar heel erg mee bezig, dat vind ik interessant. Hoe kijken zij naar zichzelf en naar hun toekomst?’

Ga je alle landen van Centraal-Azië bezoeken voor je boek?

Ik schrijf sowieso over Tadzjikistan en Kirgizië. Maar ik ben eigenlijk ook van plan naar Kazachstan en Oezbekistan te gaan. Dat lijkt me wel zo mooi. Dan kun je ook echt zeggen dat je over Centraal-Azië schrijft. Turkmenistan hoort er ook bij maar door de strenge dictatuur is het vrijwel onmogelijk daar te werken, dus daar ga ik niet heen. Ik kijk er ontzettend naar uit om diepte-gesprekken te hebben met de inwoners. Dat is het mooie aan een boek: dat je echt de ruimte hebt voor diepgang.'

Veel succes, en laten we weer een interviewtje maken als je daar zit en onderzoek aan het doen bent!

'Doen we. Dank je!'

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws